Cyanotypie of blauwdruk werd omstreeks 1840 uitgevonden door John Herschel, astronoom en universeel geleerde. Hij was onder meer de ontdekker van de werking van natriumthiosulfaat (fixeer) bij het houdbaar maken van foto’s.
Cyanotypie is gebaseerd op de lichtgevoeligheid van ijzerzouten. Twee oplosbare ijzerzouten worden gemengd en de oplossing wordt over een vel papier uitgestreken. Na belichting met veel ultraviolet licht ontstaat een derde ijzerzout dat onoplosbaar en na spoelen en oxidatie aan de lucht blauw van kleur is. Belicht men door een negatief dan ontstaat een blauw positief beeld. Het is een snelle en simpele techniek. Door deze eenvoud is ze in de vorige eeuw vooral gebruikt als proefdrukmethode. Ook vond ze uitgebreide toepassing bij de reproductie van kaarten en bouwtekeningen. Hier komt ook de spreekwoordelijke blauwdruk vandaan.
* * *